Lampionnen en terrassen
Posted 2007-07-04 06:54 by Martin
Op het vliegveld van Lijiang worden we al opgewacht door de chauffeur die ons naar het hotel zal brengen. Het is ondertussen acht uur ‘s avonds en nog steeds warm (ongeveer 28 graden). Een welkome afwisseling na de koude avonden in het noorden van china.
Na een goed half uur rijden stopt de chauffeur op een pleintje in de stad en geeft ons te kennen dat we uit moeten stappen. Daar staan we dan met onze spullen en voordat we het weten is de chauffeur weer weg. Gelukkig komt er niet veel later een mevrouw op ons af die duidelijk maakt dat we met haar mee moeten komen. We lopen het stadje in, dat een en al voetgangers gebied is. De hele binnenstad is opgetrokken uit het zelfde soort huisjes/winkeltjes, die nu ‘s avonds allemaal verlicht zijn met rode lampionnen en lantaarnen. Een super mooi gezicht en sfeervol. Na een klein kwartiertje lopen (met onze zware rugzakken) slaan we een klein steegje in en staan we voor de poort van het hotel. We krijgen de sleutel en steken het kleine hofje over naar onze kamer.
Na onze spullen gedropt te hebben, besluiten we nog even een rondje te maken door het stadje. Door allerlei kleine straatjes met aan weerszijde winkeltjes en stalletjes verkennen we Lijiang. In de kroegenbuurt is het een lawaai van jewelste. Met een klein watertje in het midden nemen groepen op de eerste verdieping van een kroeg het al zingend op tegen groepen, die aan de overkant in een kroeg zitten. En ondertussen staat de muziek installatie op volle sterkte. Waar hebben we dit zingen eerder gezien? Chinezen houden er kennelijk van. ;-)
De volgende ochtend hebben we voor ons zelf. Lijiang is zo makkelijk dat er hier niets voor ons geregeld is. We besluiten weer wat rond te struinen en zo de stad tot ons te nemen. Ondertussen kopen we wat leuke sjaals en twee (nep zilveren) armanden. Na flink afdingen betalen we schappelijke prijs voor alles. Na de inkopen gaan we even zitten in de nu veel rustigere kroegenbuurt en genieten we van onze eerste yoghurt shakes. Met de hitte is dat erg lekker en de komende periode zullen er dus nog veel volgen.
‘s Avonds eten we in een verder leeg, maar door de LP getipt, restaurant een matige maaltijd. De LP zit er dus ook wel eens naast.
De volgende ochtend om 11 uur hebben we onze transfer naar Dali. Na een mooie rit van drie uur komen we aan bij Jim’s Tibetan Hotel. Een mooi hotel net buiten de oude stadsmuur. We zijn duidelijk het hooggebergte nog niet uit, want Dali ligt op 1900m tegen een bergrug aan met aan de andere kant het Erhai meer. Een prachtig groot meer. Bij Jim’s kun je ook prima eten en we laten een lokale Dali dish ons prima smaken.
De volgende dag nemen we de kabelbaan (stoeltjeslift) de berg op. De tocht van een 20 minuten voert ons een eind de berg op, maar er blijft ook nog heel veel berg over. Vandaag doen we het rustig aan en we laten een wandeling van 12km maar voor wat die is. In plaats daarvan genieten we van het uitzicht over Dali en het meer.
Teruggekomen in het Hotel, werkt Judith het reisverslag bij en zet Martin het tweede deel van de reis (Yakherders en grasvlakten”“:http://www.jmdv.nl/travel/yakherders-en-grasvlakten) op de site.
De volgende dag worden we rond 9 uur opgehaald bij het hotel en naar de bus gebracht. We hadden al heel wat spookverhalen gehoord over het nemen van de bus. Gelukkig blijkt dit een express bus te zijn met airco en gedragen ook de chinese passagiers zich heel redelijk in de bus. De buschauffeur is geen uitzondering op de regel. Hij raast er dus op los en stopt halverwege in het totaal twee keer om ons te laten rusten en vervolgens nog een keer om te tanken. Tjsa, efficient is een woord dat de Chinezen niet kennen.
Aangekomen in Kunming pakken we voor de eerste en laatste keer een illegale taxi (geen veilig gevoel en je betaalt te veel) naar het vliegveld en nemen we het vliegtuig naar Guilin.
Guilin ligt duidelijk in het meer subtropische deel van China. De luchtvochtigheid is enorm als we het vliegveld uit lopen richting onze transfer richting Yangshou. Het begint al donker te worden dus we moeten opschieten. Rijden in het donker is niet aan te raden in China en dat zullen we merken. Op weg naar het hotel zien we gedurende onze rit van een uur, twee ongelukken waarbij de auto’s, vrachtwagens en scooters zo raar ten opzichte van elkaar staan, dat je dat volgens ons alleen in China kunt zien.
Met snelheden waarbij je in NL je rijbewijs kwijt zou zijn raast onze chauffeur door de nacht, daar bij al toeterend allerlei onverlichte motoren, scooters, driewielers en fietsers omzeilend. We zijn blij als we heelhuids het hotel bereiken. We hebben een ruime kamer, mooie badkamer, airco en balkon. We vallen vlot in slaap.
De volgende ochtend blijkt in wat voor een magnifieke omgeving we terecht gekomen zijn. Wat een natuurschoon. Overal waar je kijkt zie je de puntige bergtoppen (niet eens erg hoog), groen begroeid afgewisseld met rotsformaties. Bij het hotel huren we twee mountainbikes waarmee we de omgeving verkennen. Het is warm en drukkend. Als we later in de middag genieten van een yoghurt shake op een van de terasjes, kunnen we het niet nalaten om te constateren dat dit wellicht binnen niet al te lange tijd het Valkenburg van China is (helaas).
Tegen het eind van de middag worden we opgehaald voor een boottocht op de Li river. Het is mooi om zo door het Kars gebergte te varen. De chinezen zien van alles in de bergen. Van een kameel, een goede fee, tot en met een ‘nine horse fresco’ en de leeuw die de nine horse fresco dan weer bekijkt. Die avond bezoeken we een show in de openlucht van de regisseur die ook de openingsceremonie zal verzorgen voor de Oplymische Spelen in Beijing van 2008.
In deze show wordt het leven uitgebeeld van de lokale bewoners, in de setting van het Kars gebergte. Hierbij worden de omringende bergen prachtig mooi verlicht en daarbij gebruikt als decor. Een prachtig showspel!
De volgende dag hebben we een biketour geboekt. Om 9 uur worden we opgehaald door de gids en vraagt ze of we bezwaar hebben tegen wat ‘dirtroad’. Het heeft geregend (en doet het nog een beetje), maar we kijken naar onze mountain bikes en denken, geen probleem!
De modder in deze contreien is toch van een andere orde dan we in NL gewend zijn. Deze modder plakt overal aan vast en we hoeven niet lang te wachten of dikke grote klonten modder hebben zich aan onze banden vast geplakt. Binnen de kortse keren weigeren de wielen nog te draaien en zit er niets anders op dan de wielen met stokjes en takjes zo veel mogelijk schoon te maken en te lopen. Later wordt het pad wel beter (grind) en kunnen we wel weer fietsen.
Inbegrepen bij deze tour is een tochje op een bamboeraft. De fietsen worden op het achterste deel gelegd en wij mogen op twee stoeltjes onder de parasol plaats nemen. De ‘gondelier’ (of hoe die ook mag heten) puntert er vervolgens lustig op los en voert ons stroomafwaarts over de rivier.
Na een goed uur leggen we weer aan en vervolgen we onze weg op de fiets naar Moon hill. In Nieuw Zeeland zouden ze deze berg aangeduid hebben als Hole in the rock, maar de Chinezen zijn wat dat betreft wat symbolischer van aard.
Na de lunch beklimmen we de berg (trap lopen!) en hebben we staand in de maan een prachtig uitzicht over de omgeving.
Onze sjees chauffeur staat de volgende ochtend weer klaar om ons naar onze laatste bestemming voor Shanghai te brengen, Ping’an. Met een tussenstop bij een thee plantage (erg leuk) komen we aan op de parkeerplaats bij Ping’an. Van hier moeten we verder lopen naar het hotel. Wederom een klein half uurtje trappen lopen. Ping’an is namelijk gelegen in een smalle vallei en omringt door rijst velden op terassen. Hele bergen zijn verbouwd tot terrassen. Het voornaamste gewas dat verbouwd wordt is rijst, maar we zien ook zoute aardappelen, mais en thee.
Helaas blijkt dit hotel het slechtste van de gehele reis te zijn. Het is net zo basic als bijvoorbeeld in Langmusi, alleen delen we hier kamer met extra gasten (drie kakkerlakken en in het plafond horen we een groot aantal trippelende voetstapjes). Anyway, we overleven het allemaal en we genieten van de omgeving.
In Ping’an maken we een mooie, 5 uur durende, wandeling door de vallei en langs de rijstvelden. Onze gids weet hier en daar wat in het Engels uit te leggen, en verder is het vooral erg mooi!
Na een dodemansrit (want we moeten wel op tijd op het vliegveld van Guilin worden afgeleverd) zijn we de volgende ochtend ruim op tijd voor het vliegtuig naar Shanghai. Het laatste deel van onze reis. In Shanghai zullen we bij Robert en Yvonne, onze Twee B vrienden, overnachten voordat we 7 juli weer naar NL vliegen.